Simulatie financiële parameters
Als in de planperiode (hier van 2018 - 2032 ) een modaliteit vroeger of later wordt vervangen dan werkt dat in het algemeen door in de kosten per onderzoek per jaar, immers de afschrijving per jaar verandert.
Uitzondering ls de in gebruik zijnde modaliteit waarvan bij het begin van de planperiode al een gedeelte van de afschrijvingsperiode is verstreken (blauwe balk) en de resterende periode ligt vast, evenals de aanschafwaarde en de jaarlijkse afschrijving. In het geval dat een operationele modaliteit bij nader inzien langer operationeel blijft dan de resterende afschrijvingsperiode dan is in de "What If" berekeningen de afschrijving in de volgende jaren 0 tot de nieuw geplande vervanging. De reeds doorgevoerde afschrijvingskosten in de verstreken jaren voor het begin van de planperiode kunnen immers tussentijds niet worden gewijzigd.
Dat geldt niet voor de toekomstige vervangers, die afschrijvingsperiodes zijn nog vrij te kiezen evenals de aanschafwaardes. Dit geldt net zo voor de planning van de software en van de verslagstations.
Onderstaand vervangplan biedt de mogelijkheid om het effect te analyseren op de kosten per onderzoek per modaliteit bij verschillende waardes voor de parameters zoals aanschafwaarde, vervangmoment, budget/prijsontwikkeling, waardevermindering, afschrijftermijn. In de tabellen naast het schema is het effect direct zichtbaar op de kostprijs per onderzoek en op de bijbehorende berekende gewogen interne en externe tarieven. Die zijn afgeleid van de aangegeven verhouding tussen interne en externe onderzoeken plus de van toepassing zijnde opslag voor de externe.
Alles per modaliteit.
Om niet bij iedere periodieke portfolio evaluatie met "What If "-simulatie-runs per parameter 30 nieuwe waardes in te hoeven geven voor 30 modaliteiten, kan vooraf in onderstaand schema per parameter in de tabellen/kolommen de actuele, voorgenomen waardes worden opgenomen ("actueel").
Tijdens de simulatie run kan in de kolom onder "wijziging" per modaliteit een vervangende waarde worden ingegeven om de gevoeligheid voor de betreffende waarde te analyseren. Aldus resulteert een combinatie van "actuele" en "gewijzigde" waardes in een simulatie resultaat. De onderstaande waardes in "actueel" en "wijziging" zijn verwerkt in de grafieken en tabellen op de verschillende bladen voor bedienend personeel, dekkingsbijdrage(s), bezettingsgraad en in de geüpdate vervangings schema's .
Vaak zal er een relatie zijn tussen aanschafwaarde en scan-, cq verwerkingscapaciteit van een moaliteit. De tabellen op het blad "Impact scantijden op kosten en verrekentarieven" bieden de mogelijkheid om interactief te bepalen welke modaliteit optimaal is, rekening houdend met de aanschafwaarde en de gewenste scancapaciteit.
Uiteraard prevaleert bij deze overwegingen altijd de gewenste medische functionaliteit.
Analyse van deze opties leert o.a. dat het uitstellen van de vervanging van een modaliteit niet altijd de beste keus is vanuit bedrijfseconomisch oogpunt. Naast de aanschafwaarde speelt namelijk de personeelskosten component een steeds belangrijker rol, Zeker als naast de verwerkingscapaciteit van een modaliteit ook gerekend wordt met de rest- / inruilwaarde bij vervanging en met de onderhoud- en energiekosten
In onderstaande grafieken is een voorbeeld uitgewerkt waarin 2 opties worden vergeleken.
1 aanschaf MRI met opties die lang gebruikt kan worden met eventueel een refurbishment na ca 9 a 10 jaar:
2 aanschaf MRI met iets minder opties die na ca 7 jaar ingeruild wordt voor een nieuwe innovatieve MRI
Voordeel is dat de radiologen in optie 2 sneller de beschikking krijgen over innovatieve medische functionaliteit die een refurbishment niet biedt.
En dit ongeacht of het aantal onderzoeken gedurende de planperiode gaat stijgen dan wel dalen.
Voor de omzet van de leveranciers maakt het geen verschil alhoewel optie 1 zal prevaleren!
Het is jammer dat het belang van patiënt en ziekenhuis voor innovatieve medische functionaliteit het verliest van het ogenschijnlijk, maar misleidende argument dat "het beter is om de MRI langer te gebruiken omdat ie nog prima werkt en al afgeschreven is".
In het voorbeeld is aangenomen dat het innovatie effect zich in het "7 + 7 " scenario vertaalt in een ca 25% kortere scantijd van de vervangende MRI en er is aangenomen dat de vervangende MRI 10% minder bediening capaciteit, c.q. minder loonkosten vereist. Het refurbishment in optie 1 verlaagt de scansnelheid van 27 minuten met 15%.
Dit zijn (reken-)voorbeelden, het rekenmodel is interactief, alle parameters kunnen worden gewijzigd.